bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

28-10-2010

Zevende brief aan Hans

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2010 — bazbo @ 16:40

Beste Hans,

Allereerst van harte gefeliciteerd met je verjaardag! Het is toch vandaag, hè? Je moet het me maar vergeven als ik er een paar dagen naast zit. Of een maand. Of langer. Het was toch niet al meer dan een jaar geleden, hè? Sinds een tijdje hebben we hier in huis geen verjaardagskalender meer. Ik moet het dus helemaal uit mijn hoofd doen. Bovendien hebben jij en ik de afgelopen tijd niet of nauwelijks contact gehad. Dat was vroeger wel anders. Weet je nog?

Beste Hans,

Allereerst van harte gefeliciteerd met je verjaardag! Het is toch vandaag, hè? Je moet het me maar vergeven als ik er een paar dagen naast zit. Of een maand. Of langer. Het was toch niet al meer dan een jaar geleden, hè? Sinds een tijdje hebben we hier in huis geen verjaardagskalender meer. Ik moet het dus helemaal uit mijn hoofd doen. Bovendien hebben jij en ik de afgelopen tijd niet of nauwelijks contact gehad. Dat was vroeger wel anders. Weet je nog?

Ik zie je nog binnenkomen. Jij was nieuw en een fanatiekeling. Met pukkels en een bril op. Een échte padvinder! Ik was een scout van niks. Een knoop kon ik niet leggen, een dame durfde ik niet te helpen oversteken en het insigne ‘Brand stichten’ had ik nooit behaald. Wel had ik óók pukkels. Ik kwam er puur voor de sociale flauwekul. De logboeken schrijven en idiote voorstellingen bedenken; dát kon je wel aan mij overlaten. Later ging ik als negentienjarige leiding geven aan kleine meisjes (ik zeg verder niets) en maakte ik iedere week een uitgebreide muurkrant. Dat liep nogal uit de klauwen. Vóór ik het wist, vulde ik een eigen bijlage van het verenigingstijdschrift met de grootste onzin die je maar bedenken kunt. Jij stuurde zowaar een brief in en die plaatste ik gelijk. Zo veel respons van de lezers had ik nog nooit gehad en ik zond je een dankbare brief terug. Daar reageerde jij weer op en zo ontstond iets dat ik altijd een ‘hartstochtelijke correspondentie’ heb genoemd. Zij het dat de hartstocht veelal van mijn kant kwam. Maar ook jij had zeker je momenten.

In een van je brieven, eind jaren tachtig, begon je opeens een spelletje. Je schreef wat regels en gaf mij de opdracht om er een stukje verder aan te schrijven. Daar ging jij dan weer op door. Zo groeide ons ‘pingpongverhaal’. Jij maakte de allermooiste aflevering nadat ik in een laatste zin de Zuid-Amerikaanse klapkutkanarie had genoemd. Jouw drie pagina’s lange beschrijving van de leefwijze van het vogeltje deden me bij het lezen over de vloer rollen van het lachen.
Een paar jaar later schreef je indringend en ontroerend over de mislukte relaties met de meisjes en vrouwen om je heen. Ze haalden het niet bij wat ík allemaal op het gebied der liefde moest doorstaan, maar toch.

Ik zit het nu allemaal terug te bladeren, Hans. In het begin schreef je met de hand, met een pen op lijntjespapier! Shit, er valt een druppel vanaf mijn wang op een van je eerste brieven. De inkt loopt uit.
Zelf had ik een elektrische typmachine op mijn zolderkamer. Ik schreef mijn brief eerst op papier in het klad en typte die later in het net over. Zelf bewaarde ik dan het kladje. Alle brieven die ik aan jou stuurde, daar maakte ik altijd kopieën van en dus heb ik onze hele correspondentie nog altijd in huis.
Allahmachtig, wat schreven we veel. Ik vooral. Het zijn zeker acht multomappen vol.
We maakten dan ook veel mee. Jij werd scoutleiding, ging studeren in Amsterdam en later samenwonen in Utrecht. Soms zagen we elkaar. Jij kwam trouw naar mijn verjaardag en een heel enkele keer zocht ik je op, zoals op die memorabele zondag 4 oktober 1992 in Amsterdam. (Lees hierover hier.) Uiteindelijk vond je de liefde van je leven (wat een lieflekker wijf is het toch, die J van je!), vestigden jullie je in Zeist en werd je opbouwwerker in een grote stad.
Zelf nam ik eind jaren tachtig afscheid van scouting, studeerde ik af als sociaal-cultureel werker, trouwde mijn Vrouwlief, werd vader, verhuisde drie keer, ging werken in de gehandicaptenzorg, veroverde een nieuwe werkplek of twee en bleef hardnekkig schrijven.

In dat jaar 1992 gebeurde er iets bijzonders. Ik schreef jou een zoveelste brief en in die brief ontstond plots een autobiografisch verhaal met een kop en een staart. Ik keek er zelf van op. Het verhaal kreeg een vervolg. Ondertussen had ik mijn eerste pc gekocht, een 386’er met WP5.1 erop. Wat een vooruitgang! De twee verhalen werden onderdeel van een heel boek en dat boek weer onderdeel van de nu in kleine kring legendarische ‘Partytrilogie’.
Ik heb je rond die tijd of iets later zelfs een keer een diskette gestuurd, met daarop allerlei brieven en verhalen waaraan ik op dat moment werkte. Enkele van die verhalen zijn later terecht gekomen in mijn boek ‘Alles kan kapot’.

Zo ging het wel vaker. Brieven werden verhalen en verhalen werden brieven. Het was een intensief proces van schrijven, herschrijven, het ook niet meer weten en uiteindelijk alles gewoon in een enveloppe proppen en aan jou adresseren.
Wat lagen we in een deuk om onze schrijfsels! Onze brieven gingen steeds meer over de malle dingen die we om ons heen zagen, over de hoeveelheid drank die we tot ons namen, over de meisjes en vrouwen op wie we verliefd waren en over het schrijven zelf. Een absoluut hoogtepunt was jouw verslag van je tocht door de oerwouden van Guyana. Dat je dat nooit als boek hebt uitgebracht, is een ware schande en vergeef ik je nog altijd niet.

Er kwam een moment dat mijn brieven niet langer meer lazen als brieven, maar als afleveringen van een tijdschrift. Volgens mij wist jij van gekkigheid niet meer wat je me terug moest sturen, zo overweldigend moet de stroom volgedrukte vellen papier zijn geweest. Het duurde niet lang of ik begon mijn brieven aan jou ook aan anderen te sturen. De brief was verworden tot aflevering van een tijdschrift dat een openbaar karakter had. Mijn postlijst was indrukwekkend. Minimaal eens per maand – maar vaak vaker – verstuurde ik mijn aflevering aan Jan en alleman. Het kostte me kapitalen aan postzegels.

Gelukkig maakte internet een einde aan de open brieven op papier. Het digitale tijdperk deed zijn intrede in huize bazbo en daarmee was het laatste stukje karaktervol persoonlijk contact tussen ons de nek omgedraaid. Vanaf 2007 ging ik schrijven voor FOK! en plaatste ik mijn hersenscheten aldaar en op mijn eigen webstek. Toen ik begon met het versturen van nieuwsbrieven via e-mail, raakte jij als geadresseerde definitief op de achtergrond of beter: jouw adres werd onderdeel van een database. Vooruitgang is mooi en nauwelijks tegen te houden, maar het heeft zijn schaduwzijde.

Hans, we zeggen het heel vaak tegen elkaar en we kunnen het niet vaak genoeg tegen elkaar zeggen: we zien elkaar soms en dat is dus veel te weinig. Niettemin, ieder bericht dat ik van jou krijg waardeer ik zeer en iedere keer dat ik je wél zie, dan voel ik een verbondenheid, een kameraadschap die zich lastig laat verklaren.
We zijn ieder ons eigen leven gaan leiden en daardoor wat uit elkaar gegroeid. Toch, als ik je dan ontmoet en ik zie hoe mooi je je leven hebt ingericht, met je lieflekkere wijf, je schitterende dochter, je Citroën 2CV, je prachttuin en je alles, dan kan ik niet anders dan trots zijn dat ik zo’n patente gast ken.

(En wat doe ik? Ik weet niets anders te verzinnen dan in mijn boek ‘Alles kan kapot’ hele stukken van mijn laatste brieven aan jou als intermezzo’s in te voegen. Voor de fans: het zijn de hoofdstukjes die heten: ‘Eerste brief aan Hans’, ‘Tweede brief aan Hans’, ‘Derde brief aan Hans’, ‘Vierde brief aan Hans’, enzovoorts, tot en met ‘Zesde brief aan Hans’.)

Lieve Hans, je weet hoe ik over dingen denk. Volgens mij kun je geen schrijver worden. Een man wordt als schrijver geboren. Maar dankzij jou ben ik schrijver gebléven. Daar ben ik je voor eeuwig dankbaar voor. Uiteindelijk is het allemaal jouw schuld.
Ik wens je een heel fijne verjaardag en hoop dat je binnenkort eens wat van je laat horen.
Hans? … Hans? …

Apeldoorn, 28 oktober 2010

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment