bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

19-11-2009

Het liefste meisje van de hele wereld

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2009 — bazbo @ 21:10

Hoe oud en getrouwd ik ook mag zijn, ik blijf een gezonde Hollandse jongen. Als er een leuke vrouw, mooie meid of lekker mokkel voorbijkomt, dan heb ik mijn ogen niet in mijn zak zitten. Of misschien ook wel. Het ligt eraan hoe je het bekijkt. “Mannen denken met hun geslachtsorgaan,” hoor ik wel eens zeggen.


Ik heb een nieuwe werkplek. Om er te komen hoef ik niet meer in een stinkende streekbus, maar kan ik fijn fietsen door het mooie Apeldoorn. Vandaag is het een frisse, maar zonnige herfstdag. Ik ga niet náár mijn nieuwe werkplek, maar kom ervandaan. Mijn lange grijze haren wapperen in de weinige wind. Heerlijk. Het mooie weer maakt dat er veel mensen op straat zijn. Ik kijk in het rond. De vette vadsige vaders keur ik geen blik waardig; de stoere scholierenjongens ook niet. Ik heb mijn ogen niet in mijn zak zitten. Of misschien juist wel. Precies: de radar staat weer eens aan.

De radar is meestentijds ingesteld om te focussen op mensen van het vrouwelijk geslacht tussen de achttien en dertig jaar. Maar alles daaromheen kan ook leuk zijn! Vandaag ben ik in een zonnige herfstbui, dus ik ben minder kieskeurig. Bovendien: uiterlijk zegt ook niet alles. Nee. Sproetjes kunnen heel vertederend zijn, wat extra vlees rond de heupen kun je leuk beetpakken, een paardenbek met vooruitstekende tanden zie je niet als je haar gewoon van achteren neemt, en met een lichte handicap heb je recht op allerlei leuke subsidies. Wat ik bedoel: waarom zou ik me af laten schrikken door een enkel onvolkomenheidje aan het lichaam? Alsof ikzelf zo’n Brad Pitt ben. Aan de andere kant: ik word niet geil van een goed gesprek.

Neem nu dit meisje dat mij tegemoet fietst. Leuk ding, spijkerbroek, gympies, omafiets, dansende paardenstaart, blauwe ogen en een mooi gezicht. Wel veel pukkeltjes. Ach, waarom ook niet? Even is mijn radar op haar gericht. Toch moet je niet te dicht bij zo’n meisje in de buurt komen. Stel, je zegt iets aardigs tegen haar en ze moet glimlachen. Dan knappen al die puistjes en spettert het pus in het rond. Nee, sorry meisje. Even verder kijken.

Een halve straat verder loopt een vrouw. Iets ouder dan dertig is ze, denk ik. Ik kan dat nog moeilijk inschatten, want ik zie haar van achteren. Af en toe kijkt ze even opzij. Ze heeft boodschappen gedaan. Dat zie je aan de tas die ze met zich meesleept. Mooie kont. Zal ik haar aanbieden de tas achterop mijn fiets naar haar huis te brengen? Ik ga langzamer rijden. Zo, nu kan ik goed kijken. Potjandosie, haar kop ziet eruit alsof ze een IQ heeft dat je op je vingers kunt tellen. Ik word niet geil van een goed gesprek, maar een vrouw met wie je geen gesprek kunt voeren lijkt me ook niks. Ook al wil ik helemaal geen goed gesprek voeren als ik geil ben. Op naar de volgende.

Nog weer een straat verder loopt weer een meisje. Wat een schoonheidje, zeg. Rokje, kort leren jasje, wapperende haren en bruine ogen. Ze duwt een kinderwagen voor zich uit. Shit, dan is ze geen maagd meer. Die heeft op zijn minst één keer het bed gedeeld met een kerel. Hopelijk is het daarbij gebleven. Nou ja, ze is in ieder geval vruchtbaar. Kijk eens hoe lief moederlijk ze over haar kindje heen buigt. Ik vergeef haar die ene misstap gelijk. Maar een jengelend kind hoef ik niet meer.
En wat is dat daar? Een jonge vrouw! Ze is niet alleen. Deze heeft twéé kinderen aan de hand. Wat een hoer moet dat zijn, zeg. Eén keer verleid worden door de lage lusten en per ongeluk zwanger geraken, dat wil ik nog wel door de vingers zien. Met moeite, dat wel. Maar als je je twee keer overgeeft aan ongebreidelde viezigheid met een andere kerel dan ik, dan heb je wat mij betreft al je kansen bij mij wel verspeeld. Next!

Welja, daar komt een nieuwe klant aangefietst. Een meisje van een jaar of twintig. Leuk, hoor. Ze heeft een prima figuur. Dat zie ik best graag. Als ze me passeert, zie ik dat ze met open mond kauwgum eet. Gatver. Die valt gelijk af. Waarom zou je kauwgum eten? Om een slechte adem te verbergen? Je hoeft alleen maar je slechte adem te verbergen als je rookt. Dan zal dit meisje dus wel roken. En uit de bek rieken. En een allesoverheersende tabaksputlucht om zich heen hebben hangen. Nee, deze is het ook niet.

Wat rijdt daar nou? Een rolstoel. Beroepshalve kijk ik. In het karretje zit een jonge vrouw. Ze bestuurt haar wagen met haar voet, want ze heeft geen armen. Ja, stompjes. En benen ontbreken ook nagenoeg. Wel voeten. Maar wat een ontzettend mooi, lief, sprekend kopje zit erbovenop! Ze heeft haar blonde haren kort geknipt; het staat ondeugend omhoog. En die ogen! Zelden zag je iemand zo helder, fris en vrolijk de wereld inkijken. Ik ga iets langzamer fietsen, zodat ik nog een tijdje in haar gezicht kan kijken. Een beetje verliefd, lijk ik wel. Toch zie ik haar niet als potentiële kandidate. Want hoe zou het zijn om ooit seks met haar te hebben? Ik kan me er niets bij voorstellen. Ik kan het wel, maar ik zal u de details van mijn vunzige fantasieën besparen. Toch maar weer verder kijken.

Jaaaaa, daar! Een mooie meid! Hoog op de poten, lange haren en een set fiere wiebeltieten. Lekker, hoor. Ze loopt me iets te driftig. Dat valt dan weer wat tegen. Maar zo erg hoeft dat niet te zijn. Of wacht, ze heeft een wat schaapachtige blik in de ogen. Ze lijkt me zo’n meid die na het plassen of poepen het deksel op de toiletpot dicht doet. Daar moet je toch niet aan denken. Heb je hoge nood en geen tijd om het licht aan te doen. Snel naar beneden stropen, die broeken! Dan is niets erger dan dat je in het donker met je blote billen, zak en lul op het gesloten pleedeksel neerploft. Het lijkt me ook een meisje dat de afwas verkeerd stapelt en gebruikte lucifers terugstopt in het doosje. Weer een afvaller.

Ah, ik ben bijna in mijn woonwijk. Voor me rijdt een damesfiets. De mevrouw die erop zit, heeft mooi lang kastanjebruin haar in een staart. Ze heeft geen haast. Daar houd ik van. Het leven is al jachtig genoeg. Ik zal haar eens inhalen en onopvallend bekijken. Op het moment dat ik naast haar fiets, kijk ik om mij heen en werp ik ’toevallig’ een blik in haar gelaat.
Stik. Deze is al dood, lijkt het wel. De hoeveelheid plamuur op haar kop kan de rimpels en groeven niet verbergen. Wat een fossiel. Hebben ze de hekken van het bejaardenhuis open laten staan dat dit gedrocht los mag lopen? Wijven van deze leeftijd moeten hun haar grijs laten en watergolven. Dan kunnen we tenminste van afstand zien met wie we te maken hebben. Of beter: met wie we niet te maken wíllen hebben!

Ondanks alles blijf ik optimistisch. Voorzichtig, daar staat een geparkeerde auto! Er stapt een vrouw uit. Beetje mijn leeftijd. Geen probleem. Als ik de auto passeer, komt me een immense parfumlucht tegemoet. Shit zeg, die heeft aandelen bij Douglas! Ik moet bijna braken. Dat je er leuk uit wilt zien op onze leeftijd snap ik best, maar om een dergelijke walm om je heen te spuiten is nergens voor nodig. Ik ben ondertussen alweer honderden meters van het mens verwijderd, maar de geur terroriseert mijn neus nog steeds. Ik probeer mijn aandacht ervan af te leiden door opnieuw om mij heen te kijken. Bijna ben ik in de straat waarin ik woon.

Wat een mooi meisje loopt daar verderop! Prachtig lang donkerblond haar, een lekkere strakke spijkerbroek en een leuk truitje. Laarsjes. Heel mooi. Wel kleine tietjes. Ik hoop dat ze op het trottoir blijft lopen en dat ze niet een paadje tussen huizen door in gaat. Straks fiets ik langs haar heen en kan ik haar goed bekijken.
Ik kom al wat dichterbij. Ze lijkt me wat jong. Geen probleem, natuurlijk. Dan kan ik haar veel leren. Het leuke van jonge meisjes is, dat ze me zien als iemand tegen wie ze op kunnen kijken, iemand bij wie ze zich veilig kunnen voelen en aan vast kunnen klampen. Graag. Klamp je maar aan mij vast, meisje.
Ik ben nu vijf meter van haar verwijderd. Nu kan ik het pas goed zien. Oeps, het kind is elf of twaalf jaar oud. Wat een vies oud mannetje ben ik toch!

Gelukkig ben ik nog geen minuut later thuis. Als ik de woonkamer binnenkom, hoor ik: “Dag schat, lekker gewerkt?”
Ik kijk haar aan. Ja, ook zij heeft moedervlekjes op opvallende plaatsen, loopt soms moeilijk door een beenblessure, heeft niet het postuur van het moderne gratenbalenmodel, draagt een bril, smeert lippenstift op haar mond, is ruim negentien jaar getrouwd, heeft een kind gebaard en wordt over anderhalf jaar vijftig. Als ik niet geil ben, kan ik een goed gesprek met haar voeren. Wat een plezier maak ik met haar! We lachen wat af.
Zo. De radar kan weer uit. Daar zit Vrouwlief op de bank. Het liefste meisje van de hele wereld.

Apeldoorn, november 2009

Dit verhaal beleefde de première tijdens de FOK!columnistenvoorleesavond op zaterdag 17 oktober 2009.

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment