bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

09-12-2008

De hamam en de radar

Filed under: Publicaties voor FOK! - 2008 — bazbo @ 21:57

Ik heb een tijd geleden al eens geschreven over mijn bezoeken aan de sauna, of ’thermen’ zoals het tegenwoordig in wellnessbewoordingen heet. Heet? Wat een raar woord in dit verband! Toen ging het over een mooie zomerdag waarop het heerlijk naakt toeven was in het complex en de omliggende tuinen. Nu is het guur. Het vriest en bij vlagen sneeuwt het.
“Zou je je slippers niet aandoen?” vraagt vrouwlief, als we buiten naar een saunahut lopen. Ik heb alleen mijn handdoek bij me, losjes over mijn schouder geslagen.
Ik ben een bikkel, zou je zeggen. Het ligt enigszins anders. Eigenlijk zou ik met mijn blote behaarde billen in de sneeuw moeten gaan liggen raggen. Eerlijk gezegd is verkoeling hard nodig. Het uitzicht hier is namelijk weer eens overweldigend en dan heb ik het niet over de omgeving, het gebouw of de weersomstandigheden. Jaja, nee: de radar staat weer eens aan.

De radar staat altijd aan. Laat ik daar heel eerlijk over zijn. Overal en altijd zijn mijn voelhorens op zoek naar mooie meiden en fijne vrouwen. Niet dat ik thuis te klagen heb, hoor. Integendeel. Maar het is sterker dan ikzelf. En in zo’n sauna is het aantrekkelijke aanbod best groot.
Gelijk de eerste cabine waarin we zitten, is het al raak. Een jonge vrouw gaat naast mij op de bank liggen, op haar rug met haar benen naar mij toe. Ze kronkelt wat om een behaaglijke houding te vinden. Even kijk ik naar haar. Ze ligt er prettig bij met ietwat gespreide benen en biedt mij zodoende ruimschoots uitzicht op haar haarloze externe vrouwelijke geslachtskenmerk. Snel wend ik mijn hoofd af.

Zo gaat dat altijd, het eerste uurtje in de sauna. De reden van onze aanwezigheid is ontspanning, maar in het begin gieren de zenuwen door mijn lijf. Waar laat ik mijn ogen? Kan ik gewoon kijken naar al die blote mensen of vinden ze me dan een viespeuk? En omgekeerd: al die blote mensen die naar mij kijken, wat vinden die van mij? Hoe zit het met het formaat van mijn orgaan? Lachen ze me nu toe of uit?
Na een uurtje ben ik wel wat rustiger. Ik ben mij weer bewust dat iedereen op zijn of haar eigen manier een mooi mens is. Of je nu een smal kontje hebt of een dikke reet, of je gezegend bent met peertjes of meloenen, en of je een augurkje of een komkommer met je mee moet zeulen. Het maakt niet uit; ik loop voluit met mijn piemel te paraderen. En ik kijk gewoon in het voorbijgaan onopvallend naar alle vrouwelijke gezichten, borsten, billen en andere interessante onderdelen.

Dit keer heeft vrouwlief iets extra ontspannends geregeld: een behandeling in de hamam!
Op de afgesproken tijd melden we ons in badjassen bij de balie. Een volledig geklede dame brengt ons naar een uithoek van het beautygedeelte van het gebouw. Daar wacht een grote Turksuitziende man ons op. Hij heeft een roodgeruite doek om zijn middel geslagen en draagt zwarte cloggs. We moeten de badjas aan een haakje hangen en plaats nemen in een kleine stoomcabine.

Tegenover ons zitten twee jonge meisjes van een jaar of twintig. De een is rondig en blondig; een frisse Hollandse kaasdeerne met bleke huid, rode wangetjes en haar haren in een paardenstaart. Ze heeft een slanke taille, waardoor haar volle billen en borsten opvallen. Het andere meisje is een klein Zuidoost-Aziatisch mensje. Ze heeft een platgeslagen spleetogenkop om op te spugen, maar wel vriendelijke oogjes en de rest van haar lijfje is ronduit goddelijk. Zo mooi glad en lichtbruin met fijne rondinkjes. Snel kijk ik maar weer naar mijn vrouwlief.
Dan komt de grote kale Turkse meneer. Hij neemt ons mee naar de hamamruimte. Er zijn vier open kamertjes waar het ritueel gaat plaatsvinden.

In de vier halletjes staan vier mensen klaar. Drie mannen en een vrouw. We zijn met drie vrouwen en een man, dus ik ga ervan uit dat de vrouwen een man krijgen en ik de vrouw. Lijkt me voor alle partijen wel zo prettig, nietwaar? Het wordt allemaal anders dan ik verwacht.
Ik krijg de grote brede kale Turk. “Liggen,” gebaart hij.

“Eerste keer hamam?” vraagt hij. Ik knik.
Ik lig op mijn rug op een zwarte stenen werkbank en krijg een roodgeruite doek over mijn lendenen heen gedrapeerd. Verderop hoor ik een boel gespetter en geklots. Dan voel ik warm water over mij heen uitgegoten worden. Ik sluit mijn ogen en wacht wat er verder gaat gebeuren.
Grote handen wassen mijn benen en armen met een zachte doek. Ik wil ontspannen, maar merk dat ik dat best moeilijk vind. De handen glijden over mijn bovenbenen in de richting van mijn kruis en over mijn borst. Hij zal er toch niet aan gaan zitten, hè? Daar kan ik niet zo goed tegen. Onwillekeurig span ik mijn spieren. En dan is er weer veel warm water over mijn lijf.
“Omdraaien asjeblieft.” Deze is de inburgeringscursus maar nét doorgekomen.
Ik krijg een doek waar ik mijn hoofd op kan leggen, en hij legt doekjes onder mijn knieën en voeten. Dit ligt wel prettig, behalve dat mijn lul geplet wordt op het hardzwarte graniet. De lendelap krijg ik als een prop van onder tussen mijn benen gedrukt. Ik leg mijn handen onder mijn hoofd.

Als ik voor mij kijk, zie ik vrouwlief in de ruimte naast mij ook op haar buik liggen. Zij heeft een knappe jonge knul die haar behandelt. De jongeman zwaait iets met een soort luchtige handdoek en knijpt er dan een heleboel olie en zeep uit over de rug van mijn vrouw. Daar wrijft hij haar hele rug, armen en benen mee in.
Hetzelfde gebeurt bij mij. De zeepmassage wordt afgewisseld met warm water om mee af te spoelen.
Wéér de stevige handen op mijn lijf. Zelfs mijn billen slaat hij niet over. Hij kan het wel, deze vent. Krachtig gaat hij tekeer op mijn benen. Dan pakt hij mijn voet beet. O, als hij maar niet … hij doet het wel! Hij strijkt over mijn voetzool! Dat moet je niet doen! Er schiet een scheut naar mijn kruis. Ik wil hem van me af trappen, maar hij is me voor. Hij geeft een klap op mijn zool en legt mijn voet weer terug op zijn plek. Dan is mijn andere been aan de beurt. Mijn spieren staan stijf van de spanning. Het is toch geen homo, hè? Dat zul je altijd zien; dat heb ik weer! Ik kijk nog maar eens naar mijn vrouw die iets verderop ligt te genieten. Wéér het warme water over mij heen.

Mijn armen en handen krijgen eenzelfde zeepmassage. Eerst de rechterkant. Van boven naar beneden. Hij neemt de tijd. Zelfs vinger voor vinger wordt gesopt en gemasseerd. Dan kneedt hij mijn linkerarm. Aan mijn linkerhand zitten twee ringen. Een grote aan mijn duim en mijn trouwring aan mijn pink. Aan mijn pink? Ja, die moest verhuizen omdat mijn ringvinger te dik werd.
Waar ik bang voor ben gebeurt: als hij mijn pink bewerkt, glijdt mijn ring af.
“Sorry,” zegt hij en voorzichtig schuift hij hem terug op mijn vinger.
Nóg meer warm water over mijn lijf. En dan is het afgelopen.

“Zitten asjeblieft. Handdoek?” Ik begrijp dat ik hem had moeten meenemen. Dat heb ik niet.
“Ik heb alleen mijn badjas,” zeg ik terwijl ik rechtop ga zitten.
De brede kale man pakt mijn badjas en houdt die voor mij open. Ik sta op en draai me erin. Dan wijst hij mij naar een ontspanningsruimte; ik mag plaatsnemen op een bank met grote ronde kussens. Vrouwlief zit er al. We krijgen een glaasje thee. “Caj,” weet ik nog van mijn bezoek aan Istanbul anderhalf jaar geleden. De brede kale Turk reageert niet eens op mijn uitgebreide kennis van zijn taal.
De twee meisjes komen naast ons zitten. Ik voel me ontspannen, rozig en opgewonden. Vrouwlief merkt het.
“Laten we maar weer in onze blote reet de sneeuw ingaan,” zegt ze. Even later hebben we de thee opgeslurpt en de daad bij het woord gevoegd.
“Volgens mij heb jij hier een hoop te kijken,” zegt vrouwlief. Ze kent me.
“Nee hoor,” probeer ik diplomatiek te doen, “ik heb jou toch?”
Vrouwlief kijkt naar mijn kruis. “Slap gelul.”


Apeldoorn, december 2008

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment