bazbo – de wereld van Bas Langereis

Bas Langereis leest u voor!

04-06-2008

Klantvriendelijk (2)

Filed under: Publicaties voor FOK! - overig — bazbo @ 01:00

Je weet nog wel dat ik de vorige keer vertelde van de meneer die zo schuimbekkend werd afgevoerd met een of andere aanval. Schokkend vind ik dat. Vooral omdat ik het verhaal eigenlijk begon met om eens te laten zien aan jullie dat mijn klanten niet altijd fijne mensen zijn. Het is niet vreemd dat in de buurtsuper waar ik werk de klanten grof en beledigend zijn. Toch kunnen sommige verhalen me ernstig aangrijpen. Het hele voorval met de epileptische meneer laat me maar niet los.
Nadat de ambulance weg was ben ik beverig terug achter mijn kassa gaan zitten. De eerste bejaarde die bij me kwam staan met haar spullen, heeft even moeten wachten tot ze geholpen werd. Een beetje verdwaasd zat ik voor me uit te staren. Een vlammende migraine-aanval kwam opzetten. De bedrijfsleider kwam me vertellen dat ik maar wat vroeger pauze moest gaan nemen. Hij ging zelf achter de kassa zitten. Ik wist niet dat hij dat kon.

Een beetje behuild liep ik het emballagehok in. Met een sigaret in mijn hand stond ik naar buiten te kijken, toen Rachid aan kwam lopen. Hij zag me staan en keek me aan. Zijn reebruine ogen, lieve mond en stoere kapsel deden me helemaal smelten. En toen hij mijn hand pakte, barstte ik in tranen uit. Ik kon het niet helpen, de ochtend had me zozeer aangegrepen, dat ik mezelf niet meer helemaal onder controle had.

“Hee, meisje,” fluisterde hij in mijn oor. Hij sloeg zijn armen om mij heen.
Ik gaf me aan hem over en greep hem om zijn middel.
“Dat was heftig, hè?” klonk zijn donkere stem zachtjes. “Hoe gaat het nu?”
“Ik weet het niet goed,” zei ik. “Volgens mij hebben we goed gehandeld, maar ik voel me toch zo machteloos.”
“Joh, het is maar een klant. Morgen zijn er weer nieuwe.”
“Jij kunt zo nuchter zijn, knappe knul,” glimlachte ik.
“En jij hebt het heel goed gedaan,” zei hij rustig. “Ik wist niet dat je zo snel kon reageren. Je hebt me verbaasd.”
“Hihi,” grinnikte ik. “En wanneer ga jij mij verbazen?”
Ineens drukte hij zijn lippen op die van mij. Het zal mijn moment van zwakte geweest zijn, want ik gaf me er gewillig aan over. “Hmm,” kreunde ik.

Rachid pakte mijn billen vast, met beide handen. Ik voelde hoe sterk hij eigenlijk was. Zijn enigszins schriele uiterlijk was verraderlijk. Toen ik ook zijn mannelijkheid tegen mijn schaambeen voelde drukken, werd ik een beetje bang. Rachid was het typische voorbeeld van een wolf in schaapskleren. Een zachte jongen, die precies wist wat hij wilde, en er niet voor terugdeinsde om het te nemen als het hem uitkwam. Ik wist niet of ik nu wel overmeesterd wilde worden, met de huilbui vers achter mijn kiezen.

“Rachid, nu even niet.” Ik duwde hem weg, wat hem nog harder maakte. Ik zag in zijn ogen precies wat hij wilde, en wat hij ging doen. Het feit dat ik hem wegduwde, maakte het voor hem alleen nog maar leuker.
“Rachid, nee. Ik wil niet,” stamelde ik. “Het is flauw, ik weet het, maar ik heb nogal hoofdpijn.”
Hij duwde me tegen de pallets en pakte mijn borsten vast. Zonder een woord te zeggen maakte hij mijn uniform open. Mijn pronte borstjes en spannende bh’tje hadden het gebruikelijke effect op hem. En ik wist dat ik hem nog opgewondener maakte door tegen te stribbelen.
“Au, Rachid, je doet me pijn. Blijf van me af!” Met lichte stemverheffing duwde ik hem van me af. Hij was even uit zijn evenwicht. Sneller dan je het woord ‘sodomie’ kunt zeggen had hij me omgedraaid en klem gezet tegen de stapel pallets. Soms verbaasde hij me inderdaad werkelijk. Mijn broek lag al op mijn enkels en mijn slip bungelde ergens tussen mijn dijen. Zijn volle enthousiasme duwde om beurten tegen mijn gaatjes, alsof hij niet kiezen kon.
“Oh, nee, Rachid, nee …”
Het maakte hem alleen maar enthousiaster.

Plotseling hoorde ik een zware mannenstem.
“Hee, kap daar eens mee!” En voor ik het wist lag er een grote kerel bovenop de half ontklede vakkenvuller die net nog geil tegen me aan stond te rijen. De man, type zeebonk zonder schip, compleet met tatoeages en foute oorring, was bezig Rachid onder controle te krijgen. Ik denk dat hij een soort burgerarrest in gedachten had.

“Kijk, als klanten zo gaan beginnen, en ze je zelfs in je pauze komen lastig vallen, dan haak ik af!”
De man keek om naar mij, terwijl hij de overrompelde Rachid in bedwang hield door hem met zijn arm op de rug tegen de grond te houden. “Bel de politie maar, meisje,” riep hij schor. “Ik heb deze vieze verkrachter nog wel even vast.” Met zijn grove bakkes en dito scheef smoelwerk probeerde hij te lachen.
Mijn Rachid, een verkrachter? Wel godverdomme, het was de liefste en charmantste van alle personeel hier.
“Meneer, ik wil nog even iets doen, voor we de politie bellen,” zei ik en ik pakte een van de metalen buizen die de emballagejongens altijd gebruikten om vastzittende pallets op hun palletwagentjes te krijgen.
De man glimlachte en boog zijn hoofd wat opzij. “Ga je gang maar, lieverd, neem wraak.” Hij had Rachid in een stevige greep en zorgde ervoor dat ik vrij spel had om die lieve jongen hard in zijn klokkenspel te rammen. Wat een stompzinnige boer! Lachend keek hij me aan toen ik de staaf flink naar links zwaaide. Hij snapte niet wat ik ging doen, tot het moment dat zijn voortanden kennis maakten met het harde ijzer.
Mijn lieve Rachid voor verkrachter uitmaken, hoe durfde hij?

In een waas van bloed sloeg het hoofd van de man achteruit. Rachid kon nog wegduiken, en zo zijn uniform schoon houden. Hij stond op en kuste me hartstochtelijk.
“Dank je, lieverd. Die kerel had me stevig beet.” Hij streek met zijn hand door zijn ravenzwarte haar. Er zat een beetje bloed aan zijn wijsvinger waarmee hij een streep trok van zijn voorhoofd schuin naar zijn oor. “Zal ik het vanaf hier verder afhandelen, of moet jij nog wat kwijt?”
“Je weet toch,” begon ik. Maar tijd om te antwoorden kreeg ik niet.

De man kwam bij en tastte verbijsterd naar zijn missende voorgebit.
Rachid pakte de man bij zijn kraag en gooide hem in de spoelhoek, een deel van het magazijn dat makkelijk schoon te maken was. Toen deed hij een stapje achteruit en liet mij even mijn gang gaan.
Met een flinke zwaai brak ik de arm waarmee de man zich verweerde. Door de tanden die her en der in zijn keel staken, kon hij weinig meer uitbrengen dan: “Hhurrgghhh … ” En hij ademde al zo moeilijk.
“Doe hem pijn, schatje!” riep Rachid. Hij was geil; ik kon het aan zijn ogen zien.
Ik brak de man zijn scheenbenen. Het gegorgel ging maar door. “Irritant en kansloos mensenreddertje is het, hè¨, lekkere bink van me?” Ik knipoogde naar Rachid en sloeg de kin van de man aan barrels. “Wil jij ook nog even? Hij heeft ook jouw pauze vergald.”
Rachid pakte de staaf van me af en trok me tegen zich aan. Ik voelde zijn opwinding en dacht al helemaal niet meer aan de staaf en de man, maar alleen nog aan de mannelijkheid van Rachid. Plotseling riep hij: “Pris, bukken!” Dat had ik al veel vaker gehoord, maar nooit met de sterke arm van Rachid die een ijzeren staaf naar mijn hoofd slingerde.
Ik liep me op mijn knieën vallen en voelde het bebloede wapen langs mijn hoofd gaan. Achter me hoorde ik een stompe dreun en gegorgel. Ik keek om en zag de man nog voorover vallen. De staaf stak hem uit het hart. Mijn favoriete vakkenvuller had me alweer gered. Wat een held.
Ik draaide me naar zijn kruis en beloonde hem zoals Lois nooit bij Clark deed.

Juni 2008

Hier lees je ‘m op FOK!.

• • •
 

Geen reacties »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. | TrackBack URI

Leave a comment